friesjournaal logo

GOUTUM –Douwe Kiestra (56) uit Goutum is vorig jaar uitgeroepen tot een van de 100 meest invloedrijke mensen in de gezondheidszorg wereldwijd. Hij won in de categorie duurzaamheid de award van Healthcare Management Magazine. In Düsseldorf nam hij zijn prijs in ontvangst. Kiestra is sinds 2012 bestuurslid en vanaf april 2016 president van de IFHE (International Federation of Hospital Engineering) en sedert 2007 vicevoorzitter van de NVTG (Nederlandse Vereniging voor Technologie in de Gezondheidszorg). De IFHE (opgericht in 1970) is een overkoepelende non-profit en non-governance organisatie die kennis over ontwerp, engineering, bouw, inrichting, faciliteiten en beheer van ziekenhuizen opbouwt en deelt om gezondheidszorg wereldwijd te verbeteren. Er zijn meer dan 50 landen op vijf continenten aangesloten bij de IFHE. In het dagelijks leven is hij directeur/eigenaar van het bureau Kiestra DM Consultancy, dat directie- en managementteams in de bouw en de zorg ondersteunt en begeleidt.

Wat waren uw plannen toen u 18 was?

‘Ik kom uit een arbeidersmilieu en ben opgegroeid in de Landbuurt, een van de oudste delen van Leeuwarden, vlakbij de binnenstad. Mijn vader werkte bij de CCF. Ik moest naar de LTS, maar daar had ik geen zin in. Ik wilde naar de mavo, wat toen voor mij een stapje hoger betekende. Ik ben altijd ambitieus geweest. Vervolgens ben ik naar de MTS en de HTS gegaan. Stap voor stap, zoals alles wat ik doe gefaseerd gaat. Vergelijkbaar met een bouwproces. Op de HTS studeerde ik bouwkunde. Mijn vader was boos op de richting die ik koos want veel werk was er destijds niet in de sector. Maar ik wist toen al dat de bouw zich in golfbewegingen voltrekt. Er zou vanzelf een tijd aanbreken dat het weer goed zou gaan. Ik wilde in die tijd eigenlijk architect worden. Dat leek me echt het einde. Ik droomde van vormgeving en prachtige gebouwen, en ook voor de architectuurgeschiedenis interesseerde ik me. Ik mocht graag schetsen. Escher was een van mijn grootheden. Ja, ik beleef als trotse Leeuwarder nu een topjaar met de film over hem en de tentoonstellingen in het Fries Museum en in Den Haag. Met de HTS kon ik natuurlijk een goede basis leggen. Architect Gunnar Daan was een van mijn docenten. Tekenen was het vak dat hij ons leerde. Op een gegeven moment zei hij: ik denk niet dat je vaak een 5 krijgt, maar ook niet vaak een 8. Dat klopte wel, want meestal zat ik rond de 7. Ik blonk nergens in uit, maar ik was ook nergens zwak in. Mijn mentoren vonden mij geschikter voor het managen van het bouwproces dan voor de architectuur. Ik was zogezegd geen hemelbestormende visionair die gebouwen in hun hoofd hebben waarvan je maar moet afwachten of ze uitvoerbaar zijn. Dat heeft met je natuur te maken. Ik ben constructief en uitrekenen en doorrekenen ligt mij. Een verschil met bijvoorbeeld Marten Atsma, een klasgenoot van mij. Hij was meer de excentriekeling die met drie kartonnen dozen een idee kon neerzetten waarover hij dan een verhaal kon afsteken. Architectuur is ook vooral een idee, een plan kunnen verkopen.’

Wat is er van terechtgekomen?

‘Ik ben in de bouwsector aan de slag gegaan. Dat lag voor de hand. In dat opzicht is het gelopen zoals ik dacht en graag wilde. Maar van de functie die ik nu bekleed had ik toen nog geen idee. Ik heb achtereenvolgens gewerkt voor BAM, Van Wijnen, TBI, Geveke, Pranger Rosier en Strukton. Ik ben begonnen als werkvoorbereider, uitvoerder en projectleider en vervulde later directiefuncties. Sinds vorig jaar ben ik fulltime zelfstandig consultant. Techniek in de zorg is net even anders dan in andere sectoren. Dat strekt zich uit van luchtbehandeling, inrichten van operatiekamers, noodstroomvoorzieningen, cleaning rooms tot robotica. Nederlanders mopperen graag over de zorg maar we moeten niet vergeten dat ons land tot de top drie in de wereld hoort. De laatste vijf jaar staan we in Europa zelfs op de eerste positie. Er is hier zovéél kennis en die delen we graag met andere leden. In heel veel regio’s is het behelpen in ziekenhuizen, die vaak slecht geoutilleerd zijn. Waar krakkemikkige airco’s aan de wanden in operatiekamers hangen, wat nooit mag. Waar het marmoleum uit de hoeken krult, waar tapes om gasleidingen zijn gewikkeld om lekkages te verbergen en waar allerlei schimmels en bacteriën levensbedreigend zijn voor patiënten. Er is voor de IFHE nog een wereld te winnen. Het is een eer om zo’n club te mogen leiden. De bouw loopt als een rode draad door m’n leven. Zelfs toen ik acht jaar raadslid voor de VVD in Leeuwarden was had ik dikwijls te maken met bouwzaken. Samen met collega-fractiegenoot Tom van Mourikheb ik ervoor gezorgd dat de gemeente veel minder verantwoordelijkheden op zich nam en meer als regisseur optreedt in grote bouwprojecten. Dat heeft de gemeente miljoenen euro’s bespaard. Bouwen is een prachtig, scheppend vak. Bouwwerken markeren je leven, ze zijn er een onderdeel van geworden. Bouwfysisch is een ziekenhuis niet veel lastiger te realiseren dan een regulier gebouw. Wel is het proces complexer omdat je de bouw en inrichting heel goed moet afstemmen met de gebruikers, de dokters en verpleegkundigen. Specialisten denken mee en hebben hun inbreng in het programma van eisen, geven aan wat de beste routing is, waar de stopcontacten moeten zitten en hoe precare en care qua logistiek het best kunnen worden ingericht. Dat proces moet je kunnen beheersen. De bouwer is tegenwoordig veel minder de centrale partij dan voorheen. Het is teamwork. Door de technische vooruitgang, verduurzaming, energietransitie en klimaatbeheersing is de installateur tegenwoordig ontzettend belangrijk. Dikwijls is de aanneemsom van de installateur hoger dan van de bouwer. Mijn vak is altijd in beweging en gaat met de tijd mee.’      

Partners