friesjournaal logo

Restaurant Vis en Meer: Sieger Dijkstra te midden van het bedienend personeel

‘Nederland en Duitsland moeten meer samen optrekken’

WOUDSEND – Als je het over bezige bijtjes hebt, dan is Sieger Dijkstra wel het ultieme voorbeeld. Beziger kun je niet zijn. En dat op zoveel fronten: bedrijfsleven, maatschappelijk leven, cultuur, bestuur, duurzame energie, politiek en diplomatie. Alles ligt op zijn bord.

Hij combineert dit drukke bestaan met een gezinsleven en het opgroeien van tieners terwijl echtgenote Jannine Wilpshaar ook niet stilzit als gynaecoloog bij Nij Smellinghe.

Sieger: ‘Samen trekken wij de kar. Onze werkzaamheden mogen niet ten koste gaan van de aandacht voor onze kinderen. De vrijdagavond, het begin van het weekend, is heilig.’

Je zou, traditioneel denkend, zeggen: de vijfde generatie van een mooi familiebedrijf moet op de basis zijn, heeft genoeg aan zijn hoofd, wil hoeden over de continuïteit van de onderneming.

‘Ja, maar het een hoeft niet ten koste van het ander te gaan. Ik heb prikkels nodig en moet nieuwe dingen doen. Ik wil niet vastroesten. Ik heb de dagelijkse leiding overgedaan aan het management dat zich heeft ingekocht in het bedrijf. Met een gerust hart kan ik het aan hen overlaten en bovendien blijf ik nauw betrokken. Ik geef toe: ik was nog maar in de veertig, en dus jong toen ik terugtrad, maar mijn vader deed hetzelfde. Ik was nog maar 28 jaar toen ik eindverantwoordelijk werd.’

Was je voorbestemd voor die taak?

‘Mijn vader en ik denken wat dat betreft eender: als je wat doet moet je het doen omdat je het graag wil, niet omdat je denkt dat het moet. Dat ga ik weer overdragen op mijn kinderen. Maar ik hou van dit bedrijf en ik wilde het graag oppakken.’

Jouw vader stuurde je niet eerst naar een andere baas?

‘Nee, en dat raad ik anderen nu wel aan. Het is goed om elders ervaring op te doen. Ik zal dat mijn kinderen ook adviseren. Waarschijnlijk vertrouwde mijn vader op mij. Ik was in mijn jeugd altijd bezig en ik draaide mijn hand niet om voor een klusje met de schop of de aanleg van de riolering. Kwam bij dat ik mijn studie had afgerond en dat ik net als hij met zijn opleiding in de grond-, weg- en waterbouw, een basis had gelegd. Bedrijfseconomie was een bewuste keus. De juiste studie voor een ondernemersbestaan.’

Ben je met een gouden lepel in de mond geboren?

‘Zo zie ik dat niet. Het is aanpakken in een familiebedrijf, je wordt grootgebracht met hard werken.’

De ontstaansgeschiedenis van jullie bedrijf is bijzonder. Vertel.

‘Mijn betovergrootvader Sieger Dijkstra sr. die in Ee is opgegroeid, won met een staatslot 500 gulden. Van dat geld kocht hij in 1884 in Oldehove in Groningen, waar zijn vrouw vandaan kwam, een huis met een loods. Daar begon hij een bouwbedrijf. Hij was namelijk bouwvakker, of zoals ze dat toen noemden gezel. Als zodanig was hij betrokken bij de bouw van het station in Enschede en het Rijksmuseum. Zijn zoon Sjouke noemde het bedrijf naar zichzelf. Door opa Sieger werd overgegaan op de aanleg van wegen omdat zijn vader hem in de crisisjaren voor de oorlog had geadviseerd bij de provincie te gaan werken. Later is MUG ingenieursbureau opgericht. Beide ondernemingen zijn nu in Leek gevestigd.’

Heb je je ooit afgevraagd wat je wilde worden en of je de kost kon verdienen?

‘Nee. Om de doodeenvoudige reden dat ik van jongs af geld heb verdiend. Al op de middelbare school was ik aan het handelen in brommers, auto’s en onderdelen. Ik weet nog dat ik eens twee limo’s kocht van Jaap Fischer van Hotel Van der Werff op Schiermonnikoog. Tijdens mijn studie heb ik geld verdiend in vastgoed. Ik kocht een bovenwoning en de kamers verhuurde ik aan studenten. Verder had ik een verhuurbedrijfje in auto’s en busjes en een uitzendbureautje in studentenpersoneel.’

Had je nog wel tijd voor het studentenleven?

‘Dat is niet aan me voorbijgegaan. Zeer zeker niet! Wel heb ik een eindsprintje moeten maken om m’n studie af te ronden. Ik deed mijn eindstage met onderzoeksopdracht in Hong Kong en Sjanghai. Daar heb ik een halfjaar gezeten en dat was een goede levenservaring. Ik wilde ernaartoe door de beschrijvingen van Jan Jacob Slauerhoff. Die spraken me erg aan.’

Wat opvalt is dat je maatschappelijk geëngageerd bent.

‘Omdat mijn belangstelling groot is en ik mij graag beweeg in alle kringen. Ik ben door Elwin ter Horst gevraagd in Soleila te stappen omdat ik een groot netwerk meebreng. Zon en wind zijn belangrijk in de bijdrage aan schone energie. Samen met Ekwadraat van Douwe Faber, met wie ik in de Club Diplomatique zit, ontwikkelen we duurzame energieprojecten en bedenken we slimme oplossingen. Vorig jaar heeft voormalig secretaris-generaal Ban Ki-moon van de Verenigde Naties ons kantoor geopend.’

Hoe word je honorair consul?

‘Ik ben gevraagd door mijn voorganger. Ze zochten iemand die bestuurlijk, cultureel, politiek en economisch actief is en de weg weet.’

Is deze functie van belang?

‘Er is veel te doen en te verbeteren in relatie tot Duitsland. Dat land speelt een centrale rol in Europa en het is onze buur! Regelmatig reist een Nederlandse handelsmissie naar China, maar waarom zo ver als je dichtbij ook goede zaken kunt doen? Duitsland is een grote markt en de afzet daarnaartoe kan volgens mij groter.’

Is er te weinig aandacht voor Duitsland?

‘Vind ik wel. Iedereen in ons land leert Engels maar het enige Engelstalige land van Europa zit straks niet meer in de EU. Ik vind het jammer dat Duits geen verplicht vak is op de middelbare school.’

Spreek je zelf goed Duits?

‘Goed genoeg. Het gaat steeds beter maar het kan nóg beter.’

Hoe zie jij de relatie tussen Nederland en Duitsland?

‘We doen al veel samen maar we kunnen nog meer aan elkaar hebben. We moeten meer gezamenlijk optrekken, dan is één plus één drie. Nederland en Duitsland zijn heel complementair aan elkaar. Om dat in grote lijnen weer te geven: Duitsers zijn gründlich, productiegericht en meesters in techniek, Nederlanders zijn creatief, handelaren, durven buiten de gebaande paden te treden en ze spreken meer talen.’

Nederlands of Duits eten?

‘Nederlands, maar in Duitsland ligt de gemiddelde kwaliteit hoger.’

En het bier?

‘Dat is in beide landen goed. Als ik in Duitsland ben bij voorkeur een Duits bier.’

   

Partners