friesjournaal logo

OUDEMIRDUM – Catharinus Wierda (47) bestormt sinds twee jaar de markt met zijn kazen van de Fryske. Ze vallen door het krachtige karakter zeer in de smaak. Vier soorten van geselecteerde Friese weidemelk laat hij in Rouveen maken: Jonge FryskeBelegere FryskeÂlde Fryske en Stokâlde Fryske. Zijn ambitieuze, duurzame missie is tweeledig: eerlijke en lekkere kwaliteitskazen maken en een Fries landschap met biodiversiteit creëren waar je de weidevogels hoort en ziet. Catharinus heeft een uitgebreide cv: hij was oprichter van de Melkvee Academie, projectmanager Duurzame Zuivelketen voor de Nederlands Zuivel Organisatie (NZO), hij werkte voor CONO Kaasmaker, hij was medeoprichter van Boerengilde, sinds 2007 is hij consultant/sociaal ondernemer en daarnaast is hij programmacoördinator zuivel bij Solidaridad.

‘Ik heb altijd een brug geslagen tussen landbouw en samenleving.’  

Wat waren jouw plannen toen je 18 was?

‘Ik ben op een boerderij in Harich geboren en opgegroeid. In een groot gezin van zes jongens en twee meisjes, waaronder een tweeling, de nummers vier en vijf. Mijn ouders hadden melk- en pluimvee. Later zijn ze overgegaan op recreatie. Heit had een brede scoop en is graag onder de mensen. Niemand van ons is boer geworden. Ik bezocht de hogere landbouwschool in Leeuwarden. Bewust koos ik niet voor de economische richting. Ik begon met agrarische bedrijfskunde waarna ik overstapte naar de algemene agrarische opleiding. Op gevoel koos ik een opleiding waar ik dichter bij het produceren van voedsel kwam. De kern van biologie, chemie en leven. In dezelfde tijd sloeg de vonk van duurzaamheid over. De studie bodemkunde in Wageningen was een logisch vervolg. Ik heb er geen spijt van dat ik heit niet ben opgevolgd. Ik wil met mensen omgaan en iets kunnen helpen veranderen. Dat zou me als boer minder goed gelukt zijn. Met mijn bedrijf de Fryske kan ik wat betekenen. Dat wilde ik van jongs af.’ 

Wat is er van terechtgekomen?

‘Mijn plannen van toen komen steeds meer tot wasdom, hoewel niet alles lukt of gelukt is. Ik stelde al heel lang de vraag waarom niet meer duurzame producten op de markt komen terwijl de consument er wel om vraagt. Geld en belangen leiden niet altijd tot vooruitgang. Ik heb in grotere organisaties gewerkt en was lobbyist voor de boeren. Dat was niet altijd met voldoening. Ik liep voorop, maar ook regelmatig vast. Zo slaagde ik er niet in om de Beemsterkaas van CONO meer duurzaam te krijgen. Voor boeren die beter presteerden wilde ik een hogere melkprijs. Het was echter een ongelijk speelveld. Er was weinig zelfkritiek. De tijd was nog niet rijp. De onderneming wilde Ben & Jerry’s als klant houden. Maar ik wist: de competitie wordt uiteindelijk op duurzaamheid beslist. Alles had ik voorbereid, iedereen stond er achter maar een klein groepje boeren hield het binnen de coöperatie tegen. Mijn rol was daarmee klaar. Nu ben ik alweer tien jaar zelfstandig. Vijf jaar geleden ging ik parttime aan de slag bij Solidaridad, dat was een uitkomst na de teleurstelling bij CONO. Bij Solidaridad kwam ik in het buitenland met zuivelpartijen en boeren in contact. Mijn visie kon ik kwijt in betaande en nieuwe zuivelprogramma’s. Ik krijg de meeste energie als ik ergens handen voeten aan kan geven. We moeten af van het idee dat wanneer je streeft naar biodiversiteit je dat niet met Ot en Sien-boeren hoeft te realiseren. Inzet moet zijn dat we de grutto weer in het weiland krijgen. Dat kan slagen met meer biodiversiteit. Ja, ik weet het, het is een ideologisch verhaal maar tegelijkertijd is het economisch verschil tussen de twee systemen niet groot, minder groot dan mensen denken. Maar er moet wel op gestuurd worden. 

De Fryske neemt melk van twee boeren af die goed voor de weidevogels zijn, waar lange weidegang normaal is, die geen mais voeren want dat zorgt voor hardere vetten, die hun dieren Europees voer geven en die minimaal tien procent en doorgroeiend naar twintig procent van hun land later maaien ten behoeve van de weidevogels. De Fryske werkt met volle, niet afgeroomde melk. Melkvet mag gelukkig weer en wordt terecht met gezond geassocieerd. Onze kazen zijn wat bleek van kleur, ook als ze ouder worden. Dat komt doordat wij geen E-nummers of kleurstoffen toevoegen. Onze Stokâlde volvette kaas brokkelt niet en blijft goed te snijden. Dat vindt de kaasboer interessant want dat waarderen de klanten. Tevens gebruiken we alleen vegetarisch stremsel. Dus onze kazen zijn ook geschikt voor vegetariërs. Door deze voorwaarden is de Fryske intenser en romiger van smaak, en proef je de kaas lang na. Wij laten de melk pasteuriseren omdat we melk van meer boeren verwerken. Tegelijk geeft het een constante kwaliteit. Door een marketing met een eigen stijl bereiken wij de consument. Daarin zijn wij altijd positief. Een boodschap moet nooit dwingend zijn. Dat is een fout die veel natuurfreaks maken. Je moet juist verleiden. Voor onze jonge griene Fryske graskaas hebben we een liefdevolle variant op ‘bûter, brea en griene tsiis’: Prille liefde en lentebries, wie griene Fryske proeft voelt zich Fries. Authentieke reclame. Zo staat de 98-jarige, superfitte Berend Bakker model voor Stokâlde Fryske. Voor onze kazen betalen mensen wat meer, maar dat hebben ze er voor over als ze onze kazen hebben geproefd en onze bedrijfsfilosofie kennen. Met de Fryske kan ik m’n ei kwijt en creatief zijn, meer inhoud aan mijn leven geven en meer lol aan mijn werk beleven.’ 

Partners