friesjournaal logo

Ietsje Hofstra-de Jager in de kloostertuin.

Ietsje Hofstra van Karmelklooster moest tentoonstelling afbreken

DRACHTEN – De hartelijke begroeting, de aanraking, zit er zo ingesleten bij Ietsje Hofstra-de Jager (65) dat ze een hand wil geven bij de ontmoeting. Nog steeds moet ze wennen, en wennen zal het wel nooit, deze tijd dat we op afstand moeten blijven. Voor haar is de coronacrisis wel heel wrang.

Ze moest de lopende tentoonstelling Huidhonger in haar Karmelklooster in Drachten afbreken, juist in een periode dat mensen elkaar niet mogen aanraken, zelfs niet stervende naasten, en ze de aanraking moeten missen terwijl ze het vooral nu het meest nodig hebben.

Het schitterende klooster dat ze al 27 jaar in bezit heeft sloot half maart de deuren. Niet alleen voor de expositie, maar ook voor de activiteiten, de congressen, vergaderingen, huwelijksplechtigheden- en feesten en de groepsarrangementen, ontvangsten en partijen. Hopelijk is het 1 september afgelopen met de maatregelen.

‘Die maand zit ik helemaal vol. Ik hoop dat we dan van start kunnen gaan.’

Virus

Met het virus en de gevolgen vielen via verschillende lijnen samen in haar bestaan. Dochter Marije, gespecialiseerd in de aidsproblematiek en het hiv-virus, is als viroloog verbonden aan het UMC in Utrecht. Zij verbleef voor een project op CuraVao. Samen met haar andere dochter Heleen, manager van het Sint Anthony Gasthuis in Leeuwarden, was Ietsje afgelopen maart bij Marije op bezoek. In het weekend dat ons land op slot zou gaan stond de terugreis gepland. Net op tijd. Halsoverkop ging Marije mee terug, want je wist maar nooit… Zondag 15 maart landden ze op Schiphol. Meteen daarna werd op maandag het luchtruim gesloten.

‘Zo hard ging het,’ aldus Ietsje.

Met de medische sector zijn ze toch al goed bekend bij de familie Hofstra. Zo is zoon Everhard arts infectieziekten. Hij is werkzaam bij de GGD.

Terug op de basis werd Ietsje geconfronteerd met de eerste tegenvaller. De nationale zwemselectie trainde voor de Olympische Spelen in Drachten en verbleef in het klooster waar de KNZB 26 kamers, de vroegere cellen van de zusterkarmelietessen, had gereserveerd.

‘’s Zaterdags kwamen ze hier, zondags waren ze er alweer uit,’ zegt Ietsje. Een quarantaine zowel qua training in het 50meterbad van Drachten als verblijf in het klooster had eventueel gekund, maar NOC*NSF-baas Maurits Hendriks staakte alle sportactiviteiten. 

Ietsje: ‘Hun droom spatte uiteen. Je kunt je niet voorstellen hoeveel dat met ambitieuze sporters, met jonge mensen doet.’

De eerste week na terugkeer regende het annuleringen. Daar word je niet blij van. Het wordt een stille zomer in het Karmelklooster.

Om belangstellenden toch nog wat van Huidhonger mee te geven zette Ietje de tentoonstelling online. Via de website kan men het bijhorend boek (€ 12,50 incl verzendkosten) bestellen. Een schrale troost, maar meer dan niets voor wie een bezoek in de laatste weken (Huidhonger was verlengd t/m 31 maart) is misgelopen.

Huidhonger

Ietsje las januari 2019 een boek van Jane Gardam dat handelt over een jongen van Engelse kolonisten in Azië. Zijn moeder overlijdt in het kraambed en zijn vader wil niets van hem weten. Hij regelt wel een vrouw die voor hem zorgt maar Edward groeit op zonder de liefde van zijn ouders en dat laat sporen na in zijn leven. Terwijl Ietsje dit leest valt ze bij toeval in een tv-gesprek dat Jacobine Geel voert met drie vrouwen die alle drie alleen zijn door overlijden of scheiding. Onderwerp van gesprek is het thema Huidhonger

Ietsje: ‘Ik had nog nooit van Huidhonger gehoord. Ik vind het een verpletterenden intrigerend woord, poëtisch, prachtig. Het zette mijn gedachten in beweging en ik dacht aan mijn moeder, die 93 is. Ze lag in bed, at weinig tot niets meer, wist nog wie ik was maar ze zag me amper en hoorde me nauwelijks. Als ik haar bezoek wil ze dat ik haar hand vasthoud, en dat haar wang tegen mijn wang drukt. Ik realiseer me dat wanneer de zintuigen je in de steek laten de tastzin overblijft. En daar begint het leven ook mee. Een baby gaat meteen na de geboorte op de tast op zoek naar de tepels, een aangeboren reflex.’

Op dat moment wist Ietsje: hier ga ik wat mee doen. 

‘Aanraken, huidcontact is de meest intieme vorm van communiceren, het zegt vaak nog meer dan woorden. Aanraken gaat volgens ongeschreven codes en intuïtief weet je hoe de aanraking hoort te voelen volgens de grenzen van liefde, respect en wellevendheid. Hoe langer je erover nadenkt, hoe meer het intrigeert. Hoe zou het zijn geweest voor de zusters Karmelietessen hier in dit klooster? Ze waren rond de twintig toen ze kozen voor het kloosterleven en bij hun intrede afstand deden van de wereld, van hun familie, van het moederschap. Wat doet dat met je, vroeg ik mij af.’   

Het thema leende zich voor een tentoonstelling. In driekwart jaar had Ietsje die rond. Er kwamen 35 werken van 32 kunstenaars in het klooster te hangen die de aanraking of het gemis daarvan verbeelden of interpreteren. Ietsje koos bij de samenstelling voor de levensloop. De bezoekers waren zwaar onder de indruk. Het gastenboek werd volgeschreven. 

‘De tentoonstelling heeft veel met mensen gedaan en het is nu zó actueel. Mensen sterven in hun eentje, zonder nabestaanden, zonder afscheid, zonder aanraking. Dat is heel erg,’ zegt Ietsje.

Mooie man

Ze weet wat het is om aanraking te verliezen. Vijf jaar geleden met Pasen, alsook dit gesprek plaatsvindt, overleed haar man Jan. Hij was predikant en stierf in het harnas, op de kansel tijdens een avondmaaldienst op Witte Donderdag in de kerk van Gytsjerk.

‘Mijn laatste herinnering aan hem is in deze kamer waar wij nog samen gegeten hebben. Ik zie hem nog de jas aantrekken, zwaai hem uit in het licht van de ondergaande zon. Mooie man, dacht ik nog.’

Er zijn zo veel mensen alleen, vertelt ze. Na vijf jaar is ook zij nog alleen.

‘Nee, daten is niks voor mij. Het mooist is wanneer je gewoon iemand ontmoet met wie het klikt.’

Jan Hofstra was een bijzonder man. Naast het verkondigen van Gods woord was hij ondernemer. En niet zomaar eentje. Hij bouwde samen met Ietsje een touringcarbedrijf met alleen maar Zwitserse oldtimers op. Ook begonnen ze een reisbureau. Hofstra Reizen. 

Ietsje: ‘Op oldtimerfestivals van bussen in Zwitserland stond hij bekend als der Holländischen Pfarrer.’ Zoon Jan Peter heeft het reisvirus van zijn vader meegekregen en hij verkent de wereld.

Het bedrijf omvatte verder een grote salonboot, een notarisboot en kampeerboerderij de Kleastermar. Bij de Hofstra’s kon je aankloppen voor een meer bezielde trip en vakantie. Inmiddels zijn de 25 bussen verkocht.

‘Dankzij mijn andere zoon Albert Jelle. Hij is het technisch brein binnen het gezin en hij heeft ervoor gezorgd dat we de bussen konden afstoten. Bezit bezwaart namelijk. Dat geldt ook voor het klooster,’ aldus Ietsje.

Nadat de zusters in 1993 waren vertrokken namen zij en Jan het klooster over. 

Ietsje: ‘Jan kwam op zijn zeventiende voor het eerst in een klooster, in Diepenveen. Hij werd geraakt door de sereniteit. Wij wilden dit klooster graag bewaren voor het Noorden en het een functie geven.’

Ze hebben het op de kaart gezet en het Karmelklooster betekent veel voor Drachten en omgeving, dat ten opzichte van andere steden en regio’s minder toeristische en recreatieve aantrekkingskracht heeft en niet veel historische gebouwen telt. 

Hoe lang gaat ze nog door?

Ietsje: ‘In het klooster ga je niet met pensioen, wordt gezegd. Geen van de kinderen zet het voort. Ik heb het niet in de verkoop maar met ondernemers met een plan is dat wel bespreekbaar. Ik ga niet door tot mijn tachtigste.’

Hoe ze deze coronatijd en de zakelijke sores doorkomt? 

Ietsje: ‘De rust bewaren, geduld opbrengen. Niks in je agenda hebben geeft een weldadige rust. Ik wandel veel langs routes van It Fryske Gea en ontdek hoe mooi het hier is, de natuur en de dierenwereld. Eekhoorns, ooievaars, alles zie je aan je voorbijtrekken. Dat heb ik te weinig gedaan. Tijdens het wandelen nemen je gedachten de vrije loop. Ik denk aan een volgende tentoonstelling. Het thema heb ik nog niet gevonden. Misschien dat het loslaten wordt, haha.’

Partners