friesjournaal logo

WOUDSEND – Hoe gaan we verder met de boer? Terug naar de tijd van Ot en Sien is geen optie. Modern boeren is een must om duurzaam productief te zijn en om onder de beste condities gezond melkvee te houden. Dierwelzijn is een vanzelfsprekendheid. Maar ook: het kan wat extensiever. Naar wat minder meer, naar optimale kwaliteit. Alleen moeten we dat wel met zijn allen willen. Aan de boer ligt het niet, zo bleek tijdens een prikkelende brainstormsessie bij Omke Jan in Woudsend waar ik met  Jan Bles (voormalig topmanager bij FrieslandCampina) en ondernemer Hessel-Jan Sinnige van de kleine, ambachtelijke zuivelcoöperatie Zuco in Dokkum van gedachten wisselde. De twee hebben elkaar gevonden. De producten van Zuco sluiten goed aan bij Jans uitgangspunten van zijn zaak Omke Jan in Woudsend, een ‘boergondisch’ restaurant waar eerlijk en goed eten rechtstreeks van de boer hoog in het vaandel staat.

‘Zuco is een kopie van hoe ik het zie bij Omke Jan. Precies het plaatje dat ik voor ogen had toen ik dit restaurant in een aloude dorpsboerderij aan de Ee in Woudsend begon. Helaas was er geen ruimte voor een eigen zuivelfabriekje. Vandaar dat ik nu graag samenwerk met Hessel-Jan,’ zegt Jan Bles (60), die FrieslandCampina verliet omdat daar geen uitdaging meer is voor de ‘ondernemende manager’ zoals hij het noemt. 

Jan staat een ander model voor: ‘Wij moeten in ons land meer aandacht geven aan het vermarkten van onderscheidende melk. Melk is te veel een commodity geworden, te veel een eenheidsworst. We moeten ook meer gaan produceren op smaak, de boer kan de melk meerwaarde geven. De uitdaging is nu om samen met de zuivelindustrie de Nederlandse melk onderscheidend te maken voor de wereldmarkt. Je kunt voor meer onderscheid melk bijvoorbeeld koppelen aan natuur. Melk van de klei smaakt anders dan melk van de zandgrond. Melk van het oude Fries-Hollandse ras weer anders dan de Holstein-koe. Wij kunnen ons spiegelen aan de wijnbouw, die niet vergeten is het verschil te maken. Zoals een wijnboer over terroir denkt, zo moet de melkveehouder over de weide denken. Dit hoeft natuurlijk niet op te gaan voor de hele melkveehouderij. Er moet alleen meer ruimte ontstaan voor de niches.’

Over de sector niets dan lof bij Jan: ‘Nederland heeft topboeren. Ze zijn wereldkampioen in melk en melken. De Nederlandse boer is meer in staat dan wie ook om een meerwaarde aan melk te geven. Daar moeten we dus meer op gaan inzetten.’

Alleen melken voor de kwantiteit, waartoe boeren vooral door overheidsregulering toe gedwongen werd, is volgens Jan een heilloze weg: ‘De boer kan de melkprijs niet veranderen, laat staan verhogen. De melkprijs is al een halve eeuw dezelfde, iets boven de 30 cent de kilo. Water is duurder dan melk. Te gek voor woorden. De rek is eruit. Om het hoofd boven water te houden moet de boer voortdurend de kostprijs zien te verlagen terwijl arbeid, grond en kapitaal steeds duurder zijn geworden. Op een gegeven moment kun je niet nog groter groeien of nog meer efficiency doorvoeren. Onze overheid heeft de boeren uitgemolken. Onder normale omstandigheden moet je meer dan dertig cent voor een kilo melk krijgen wil je kostendekkend draaien.’ 

Hessel-Jan (31) uit Ee noemt dat ‘zucologisch’. Hij stopte vanwege een pijnlijke rug al jong met boeren. Vorig jaar begon hij Zuco, een melkfabriekje met winkel in hartje Dokkum. De winkel is onlangs als gevolg van corona gesloten. Kwark, kefir, Panna cotta, hangop, ijs; er wordt van alles bij Zuco gemaakt. Per dag werd zo’n duizend kilogram melk verwerkt. Animo is er genoeg voor de producten. Voor Hessel-Jan was het de opzet niet te hard te groeien en het tempo door de markt te laten bepalen om visie en strategie niet te verstoren. Het was de bedoeling nieuw te bouwen bouw en uit te breiden, maar nu de toeleverantie aan delicatessenzaken, zuivelwinkels, boerderijwinkels en restaurants stokt wordt er even gewacht met de toekomstplannen.

Evangelisten

Hessel-Jan en Jan Bles mogen ‘evangelisten van de Friese zuivel’ worden genoemd. Ze zijn kritisch maar ze komen onvoorwaardelijk op voor de boer. Ons land is groot geworden door de boer. Melkproductie van een koe tegennatuurlijk noemen zoals veganisten doen?, de twee moeten hard lachen. Het melken begon tienduizend jaar voor Christus, het zit in ons voedings-DNA. Kunstmest en krachtvoer hebben de laatste eeuw veel gebracht. Het kwam de productie ten goede maar ook de kwaliteit. Trouwens, die veganisten zijn zo om als ze bij Hessel-Jan op bezoek zijn geweest.

‘Dan krijgen ze in ons pop-up fabriekje bij de boerderij een lesje zuivelverwerking, zeg maar een zucollege. Binnen no-time heb ik ze aan de melk. Ik neem ze mee op koeiensafari en leg ze het geluid van schijten uit waaraan ik kan horen of de mest goed is. Ik vertel ze dat mest die stinkt afkomstig is van verkeerd voer. Als het rantsoen niet klopt verteert de koe het voer niet goed. Het rantsoen hoort in de melktank, niet in de gierkolk. Goede mest is een prachtig product, nog mooier dan melk. Alleen wordt het niet gewaardeerd,’ lacht Hessel-Jan.

Eiwit

Onlangs heeft landbouwminister Carola Schouten de veevoermaatregel van minder eiwit geschrapt. Het was een dwaas voornemen.

Jan: ‘Dat had niet eens gekund. De koe is een geen dier waar je even mee kunt experimenteren. Die is gewend aan leef- en voedingspatronen. Van zomaar minder eiwitrijk voer wordt een koe ziek!’

Hij heeft met de bewindsvrouw te doen: ‘Ze is aangetreden met een draak van een opdracht. Deze post had ze onder de gegeven omstandigheden niet moeten aanvaarden. Landbouw is net een grote oceaanstomer, die kan ook niet plotseling van koers veranderen. Je moet eerst een lange termijnvisie ontwikkelen en daarna een beleid voeren waar de boer op kan vertrouwen, op kan investeren. Nederland is het meest vruchtbare land voor de melkveehouderij in heel Europa. Onze boeren zijn de toppers, de hele wereld kijkt op bij de Nederlandse boer, die onze economie stut. En dan hem als vervuiler zien? Het lijkt nergens naar, schandalig. Wat willen we dan? Boeren eruit en het land volbouwen met huizen, wegen en fabrieken? Jammer dat mensen niet meer weten wat honger is, en ook niet wat onzekerheid is. Dan hadden ze wel anders gepiept. Van alle beschikbare grond ter wereld is slechts tien procent geschikt voor landbouw. Wees wijs met wat hier nog aan landbouwgrond is.’

Natuurgebieden

En toch, het moet anders, het kan anders. Een oplossing kan zijn om de natuurgebieden aan de boer te geven. Gratis. Waarom moeten Staatsbosbeheer en It Fryske Gea grootgrondbezitters zijn? Het horen organisaties te zijn die over de natuurwaarden waken. Laat het beheer aan de boer over. Geef een raamwerk waarin de boer doormiddel van agrarisch natuurbeheer er zorg voor draagt dat er alleen maar winnaars zijn: de flora en fauna, de boer en het milieu. Natuurorganisaties hebben nauwelijks nog de mensen en de middelen om het veel te grote natuurareaal in ons land, waar geen mensen worden toegelaten, renderend en goed te beheren. Boeren en natuur zijn geen vijanden, maar bondgenoten. Zonder boer hadden we onze huidige natuur niet eens gehad. De weidevogel is de boer gevolgd, niet omgekeerd. Als het natuurareaal wordt geïntegreerd in het agrarisch areaal kan de veehouderij extensiever worden gerund.

Hessel-Jan: ‘Alles wat de trekker doet kan de koe ook doen. Dat hoeft niet tot in extremis, maar wel veel meer dan nu gebeurt.’

Jan: ‘Door verstedelijking, infrastructuur en uitbreidende natuur treedt een enorme grondverdringing op. Met als gevolg prijzen die de pan uit rijzen, oplopend tot 150.000 euro de bunder.’

Hessel-Jan: ‘Het gaat steeds minder om de koe. De boer is te veel tijd en energie kwijt aan regelgeving en bedrijfsvoering.’ 

Wat het onderwijs volgens Jan nodig heeft is een allround agrarische opleiding waar alle aspecten van de hele keten van gras tot glas samenkomen; van melkveehouderij, zuivelverwerking tot voeding en gezondheid. Dat zou een uitdaging moeten zijn voor Van Hall Larenstein. 

‘De focus moet meer op zuivel komen te liggen. Daar ligt onze toekomst,’ aldus Jan Bles.

Albert van Keimpema   

Partners