friesjournaal logo

JOURE – Bij jachtwerf De Jong in Joure, de kraamkamer van houten schepen, zijn deze winter twee vletten van 7.5x2.5 meter in aanbouw. Een stukje Friesland-glorie optima forma. Ambachtelijk vakmanschap wordt er gedemonstreerd. De bouwers zijn Jaap Veenstra en Sander Swart. Ze vormen een tweemanschap volgens het klassieke model van meester-gezel. 

‘Want hoe goed je ook bent opgeleid, het bouwen van zulke schepen lukt je niet zonder gedegen praktijkopleiding,’ zegt werfeigenaar Aaldert de Jonge.

De in opdracht te bouwen vletten met als thuishavens Kaag en Rotterdam zijn volledig van teak op eikenhouten spanten gemaakt. Op de fraaie gangen zijn kopernagels geklonken. Ze hebben trouwens in tegenstelling tot de vroegere jachtbouw geen functie meer en zijn puur vanwege de schoonheid aangebracht.

Aaldert: ‘Traditionele bouw wil niet zeggen dat moderne specialismen niet worden toegepast. Deze vletten worden in houtepoxy gelijmd waardoor de romp stijf en supersterk wordt. Ze hebben een dikke body. Dat scheelt enorm in onderhoud. Je hoeft wat dat betreft niet meer bang te zijn voor hout. Dat is echt verleden tijd.’

In het hout zit totaal geen werking meer. Daardoor hoeft het teak ook niet meer zoals vroeger met rubberlijm te worden aangebracht. Het conserveren wordt voltooid met het lakken, dat acht keer wordt gedaan. 

De jachtwerf bouwt de fraai gelijnde vletten in drie types: de 6.20, de 7.50 en de 8.40. Je kunt ze geleverd krijgen in meerdere motorenversies waarbij gekozen kan worden tussen dieselaandrijving, een elektromotor voor heerlijk geruisloos varen of een hybride die het beste van beide werelden biedt. Het interieur verschilt in twee variaties: klassiek met metselbank en originele sleeppaal of eigentijds met voor een rondzit en achter een U-bank en in het midden de stuurstand.

Waarom kiezen mensen voor een houten vlet, die al gauw richting anderhalve ton gaat?

Aaldert: ‘Dat zijn liefhebbers die van puur karakter houden, die zich willen onderscheiden door kwaliteit en uitstraling. Ze hebben oog voor vakmanschap en details. Vaak zijn het mensen die al wat centen hebben verdiend en toe zijn aan een nieuwe vaarbeleving. Wij verkopen deze schepen aan klanten vanaf een jaar of 45. Varen zit in hun DNA. Alleen moet je eraan toe zijn, ook financieel.’

Bang voor een tanende animo is hij dan ook niet: ‘De zestigers vormen geen uitstervend ras. Er komen er steeds weer nieuwe bij.’

Klanten zijn erg betrokken bij de bouw. Dat begint al met de invulling van het ontwerp, dat van de tekentafel van Vripack in Sneek komt. 

Aaldert: ‘Het ambachtelijke begint met de handschetsen van Vripack. Die zijn al een kunststukje op zich.’

Regelmatig komen de opdrachtgevers naar de geboorteplaats in Joure om het verloop van de bouw te volgen. Ze weten van welk hout hun schip wordt gemaakt, waar het hout vandaan komt (in dit geval uit Birma) en ze zien de stam waar de planken van zijn gezaagd. 

‘De bevalling in het voorjaar is een moment waar ze naar toe leven,’ glimlacht Aaldert.

Partners