BOIJL – Hans Wiegel, voormalig commissaris in Friesland, stond zelf ook versteld van de commotie die ontstond na een column in het Fries Journaal. Hij schreef over de wolf. Een ongewenste gast, vond hij. Niet dat het dier moest worden geschoten (mag ook niet), wel op zijn minst worden verjaagd of tegengehouden. Wel, het laatste wordt geprobeerd met een hek op initiatief van stichting Wolvenhek Fryslân waarvan voorzitter Jehan Bouma de grote animator is. Hij wil koeien en schapen in bescherming nemen tegen de wolf, een beschermde diersoort die na 130 jaar aan een opmars bezig is in West-Europa.
De eerste roedels zijn hier drie jaar geleden gesignaleerd.
Wiegel aanvaardde de uitnodiging en sloeg zelf de eerst paal met het in werking stellen van een drilhamer. Het betreft een pilot van enkele kilometers. Het lijkt onbegonnen werk, want een hek rond de provincie van Lemmer tot Lauwersoog moet 150 kilometer lang zijn. Volgens tegenstanders is het plan ecologisch, juridisch, financieel en praktisch onhaalbaar. Bouma en de zijnen willen echter een statement maken en de politiek dwingen heldere keuzes te maken.
Het rasterhek waarvan de eerste 25 meter geplaatst is, is 2,5 meter hoog met een afbuiging aan de buitenzijde. Volgens VVD-statenlid Durk Pool niet hoog genoeg: ‘Hier springt een wolf zomaar overheen.’
De plaats waar het hek is geplaatst is bewust gekozen. Op het land van de maatschap Jorritsma-Postma in Boijl op de grens van Friesland en Drenthe. In die buurt dook onlangs een zwervende wolf op. Op meerdere plaatsen in Friesland hebben wolven schapen en lammeren doodgebeten.
‘Een wolf hoort hier niet thuis. Ons land is te klein en ons landschap niet geschikt,’ zei Wiegel, die behalve dieren ook de boeren wil beschermen. ‘Een boer wil niet dat zijn dieren zijn overgeleverd. Koeien en schapen zijn niet voor niets huisdieren, geen wilde dieren.’
Albert van Keimpema
