Een auto als een grutto
LEEUWARDEN – Toen voorjaar 2021 het weidevogelseizoen in Oosterlittens werd ingeluid en de grutto als Kening fan de Greide centraal stond, had Sjoerd Hengst zijn DeLorean DMC-12 bij de entree geparkeerd. Met de vleugeldeuren omhoog, als een opvliegende grutto in het weiland. Warmer kon het welkom voor de weidevogelliefhebbers niet zijn. Zoals de grutto iconisch is voor Friesland (85% van de populatie broedt hier), zo geldt dat ook voor een DeLorean in de autowereld: uniek.
De man achter deze auto is de Amerikaan John DeLorean (1925-2005).
Hij was de topman bij Pontiac, een merk van General Motors. Hij droomde auto’s maar hij kreeg bij GM niet de ruimte om zijn favoriet te verwezenlijken. Dus ging hij onder eigen merk er zelf een bouwen. Eentje die aan zij. Programma van eisen moest voldoen: een tweepersoons sportauto die veilig was, genoeg been- en hoofdruimte bood om gemakkelijk in- en uit te kunnen stappen (DeLorean was 1.93) en nauw te kunnen parkeren (vandaar de vleugeldeuren). En de auto moest een leven lang mee kunnen. Daarom werd de carrosserie van roestvrijstaal gemaakt! Een DeLorean is dus altijd strak grijs; lak kwam niet op het geborstelde rvs. Ze zien er allemaal hetzelfde uit. Roesten kan het stalen chassis wel. Daar bovenop heeft een DeLorean een plastic bak.
John DeLorean nam Giorgetto Giugiaro in de arm om een ontwerp te maken maar het was uiteindelijk Colin Chapman van Lotus die het model vormgaf. DeLorean moest een tegenstrever worden van de Corvette en werd belend door de film Back to the Future.
Sjoerd: ‘Het is een tijdloos model. In die missie slaagde men. Qua product was het een slechte auto. Van begin af kregen eigenaren te maken met elektrische storingen. Een DeLorean moet je zelf modificeren. Zo moet je de verlichtingscontactpunten goed doorsolderen om oxidatie te voorkomen.’
Veel kilometers rijdt Sjoerd er niet mee (‘Ik heb hem voor de heb. Vorig jaar was Oosterlittens het enige ritje dat ik maakte’), maar als hij op de weg is trekt hij veel bekijks: ‘Als ik sta te tanken komt iedereen op mij af. Onderweg wordt de auto vaak gekiekt. Zoveel exemplaren zijn er niet van. In totaal zijn er zo’n 8.500 gemaakt. In Nederland zijn er ongeveer 100, niet allemaal rijdend.’
Een DeLorean is opvallend. Het is een mooie, brede en platte auto die eruitziet als een sportauto maar het eigenlijk niet is.
Sjoerd: ‘Hij rijdt heel comfortabel en stil.’
Behalve de vleugeldeuren, het model en het roestvrijstaal is er nog een bijzondere component aan de auto: de V6-motor met achterwielaandrijving is boven de achterwielen geplaatst voor een optimale wegligging.
‘Hij trekt niet in de bochten,’ zegt Sjoerd, die al jaren op zoek was naar deze auto.
‘Ik heb altijd gedacht: als de kans zich voordoet, koop ik er een.’
De geschiedenis van een DeLorean is gemakkelijk te achterhalen door het chassisnummer in te tikken. Even googelen en je kent de historie.
De auto werd gemaakt in Dunmurry bij Belfast (Noord-Ierland). Daar kwam men terecht nadat diverse locaties in Amerika, Puerto Rico en Ierland niet door gingen. Curieus was het afhaken van een vestiging in Limerick op een fabrieksterrein waar Ferenka (van Akzo) stond. Echter, de Friese directeur Tiede Herrema werd in 1975 ontvoerd door de IRA waarna de fabriek werd gesloten.
Heel lang heeft de in 1979 gestarte productie voor de Amerikaanse markt niet geduurd. Kinderziektes, geldproblemen en de regering-Thatcher (die afspraken van DMC met Labour niet nakwam) deden het bedrijf in 1982 de das om. Inmiddels was John DeLorean in opspraak geraakt door cocaïnehandel en witwassen, maar hij werd vrijgepleit. Zijn autodroom spatte uiteen maar leeft voort in de vloot die er nu nog is en die tijdloos en eeuwig de geschiedenis ingaat.