WORKUM – Iemand die het voor het eerst ziet in het weidse, prachtige IJsselmeerlandschap tussen Hindeloopen en Workum wrijft de ogen wel even uit: pal achter het rode dak van een vervallen stelpboerderij staat een nieuwe woonboerderij, maar dan op de kop! Grapje van architect Rein Hofstra. En van initiatiefnemer/ontwikkelaar Pieter Stellingwerf, die samen met zijn vrouw Ria Mollema een van de drie appartementen bewoont en van daaruit van een magnifiek uitzicht geniet.
Gekke gedachten ontspruiten wel vaker aan de breinen van Pieter en Rein.
Pieter is met Kees Botman de bedenker en oprichter van BUOG (Bedenkers & Uitvoerders van Ongewone Gebeurtenissen) dat in een oud pakhuis aan de Harlingertrekweg in Leeuwarden is gevestigd. Dit bureau heeft tal van succesvolle, speciale theaterproducties door het hele land opgezet. Rein is een controversiële architect uit Grouw die niet bang is tegendraads te zijn en kritiek te leveren.
Pieter: ‘Wij hebben dertig jaar in Hemelum gewoond. Er kwam een weg tussen ons huis en het dorp, de studio die we thuis hadden werd niet veel gebruikt en de kinderen waren de deur uit. We wilden wel wat anders, ook om de energie op nul te krijgen. Kwamen we deze oude boerderij tegen. Ria zei dat je een hap uit de kap zou moeten nemen om uitzicht te hebben. Toen antwoordde ik dat je de boerderij dan beter kon omdraaien. Zogezegd, zo gedaan. Ik maakte een schets en ik ben ermee naar de gemeente gegaan. Daar moesten ze smakelijk lachen om dit plan, dat niet serieus werd genomen. Ik dacht: ik benader Rein Hofstra. Ik had hem al eens op Oerol gesproken en gezegd dat ik ooit nog eens ‘in pleats op de kop’ wilde bouwen. Ik ben vlak voor, zei Rein. Hij maakte een eerste ontwerp, waar toenmalig cultuurwethouder Wigle Sinnema van Súdwest-Fryslân positief op reageerde. Hij vond het een interessant landschapsstatement. Dat is het ook. Ik vind dit een soort schip op het land, een lânskip! Ook burgemeester Hayo Apotheker was enthousiast. Het ontwerp was goed getimed omdat er net een notitie over ruimte voor beeldbepalende objecten in het buitengebied was uitgebracht. Dus wij kregen vergunning maar wel onder de bepaling dat de oude boerderij gesloopt moest worden om het bouwvolume te compenseren.’
Die sloop moet nog beginnen. Eerst wil Pieter de bouw afronden. Van binnen moer er nog het nodige worden afgewerkt en de rode Friese golfjes moeten nog op de panlatten worden geschroefd. De ‘buitenmuren’ van originele Friese geeltjes zijn al gemetseld (‘in poepetoer’) Een heel apart gezicht. Op het platte dak liggen, niet zichtbaar, zonnepanelen. Duurzaamheid is een rode draad. Zo wordt hemelwater opgevangen en via een pluviasysteem opgeslagen in zeven ondergrondse bassins. Dit grijs water wordt gebruikt voor onder meer het doorspoelen van de wc’s.
Op het erf is een captatienet aangelegd. Dat is een twee meter diep tyleen-leidingstelsel van lussen die warmte uit de bodem haalt. Een warmtepomp zet de temperatuur van zo’n 7 graden om in 25 graden laagtemperatuurverwarming. Doormiddel van vloerverwarming blijft het gebouw behaaglijk. Wat ook helpt om het energieverbruik laag te houden is het 21 centimeter dikke isolatiepakket in muren en plafonds plus het driedubbel gelaagde thermopaneglas. Bovendien zijn er geen koudebruggen. Het laat zich raden dat Pieter en Ria geen aardgas nodig hebben. Een comfortabel gegeven in een tijd dat Poetin op zijn manier de wereld op zijn kop zet.
‘Zelfs op hout stoken, wat wij altijd deden, hoeft niet meer,’ zegt Pieter.
Verkoop van één appartement en de verhuur van het andere, plus nog de B&B op de begane grond, maken de investering financieel mogelijk.
Pieter is zeer betrokken bij de bouw en doet zoveel mogelijk alles zelf. Dat hij dat kan als creatieveling, wekt bevreemding, maar hij blijkt technisch behoorlijk geschoold in werktuigbouwkunde en ook medisch is hij onderlegd. In dienst was hij hospik en later werkte hij in het ziekenhuis. Maar het bloed kroop waar het niet gaan kon en dus werd het theater zijn wereld. BUOG en eveneens de theatergroep Sult waar Pieter al 25 jaar mee annex is, maken faam in lokaal openluchttheater. De komende tijd staan producties op de rol rond het Bieroproer, het Drentse Van Gogh-jaar, de Hoogezandse Watervloot, de Workumer vuurtoren It Tontsje (waar Pieter op uitkijkt) en het Durgerdammer ijsschotsdrama op de Zuiderzee van 1849. Drie ijsvissers, vader en twee zoons, raakten los en dreven 14 dagen onopgemerkt rond. Vader en oudste zoon bezweken nadat ze in Vollenhove aan wal waren gebracht.
Pieter: ‘Dit stuk wordt opgevoerd in Amsterdam-Noord.’
De bouw was geen sinecure. Het stalen skelet van het zwevende nokfundament rust in een betonnen stabilisatiewand die gedragen wordt door 28 palen van 11 meter diep. Regionale aannemers werden ingeschakeld om de complexe bouw uit te voeren. Er staan meer huizen op de kop, zoals Pieter toont aan de hand van een foto uit Estland, ‘maar dan wordt er niet in gewoond’.
Door de grote ramen hebben Pieter en Ria zeker 270 graden rondom uitzicht. Binnen is het niet alleen licht door die ramen maar ook door het bovenlicht uit de 14 koepels in het dak. Als het stormt gaat het tekeer.
‘Bij windkracht 12 gaat het gebouw twee centimeter heen en weer. Ja, dat voel je,’ vertelt Pieter.