friesjournaal logo

GOUTUM – Honderd jaar geleden werd de eerste Amerikaanse boerderij in Nederland gebouwd, in Friesland. Dat was op de Scharren bij Scharsterbrug. Er wordt nog geboerd en wel door Sido van der Werf. Ter gelegenheid van dit feit schreven Hans de Haan en Jacob van der Vaart een boek (Amerikaanse boerderijen in Fryslân) over dit bijzondere boerderijtype dat volledig afwijkt van de gangbare stelp- en kop-hals-rompboerderijen in onze provincie.

De Boerderijenstichting Fryslân en het Fries Landbouwmuseum organiseerden een lezing over de ontwikkelingen van de stallenbouw- en inrichting tussen 1950 en 2000. Spreker was Reimer Rauwerda die vanaf 1960 medewerker en van 1983 tot 2000 directeur was van Brouwers Stalinrichtingen, het bedrijf dat later fuseerde met die andere Friese stallenbouwer De Boer en onder leiding van Jan Zeinstra groot werd.

 

Plan-Mansholt

Het plan-Mansholt (naar de roemruchte socialistische naoorlogse landbouwminister Sicco Mansholt uit Groningen die voedselwinning boven alles stelde in herrijzend Nederland), plus de regelgeving door de overheid, hadden ook gevolgen voor de ontwikkeling van de boerderijbouw in Nederland. Rauwerda schetste een overzicht van de ontwikkelingen sinds 1945, in het bijzonder van de huisvesting van melkvee en de invloed daarvan op de bedrijfsvoering. Zijn motto luidt: ‘Een gezonde koe is vooral ook in het belang van de boer’

Modernere boerderijen

Na de oorlog werden modernere boerderijen gebouwd volgens klassiek model en maatvoering. De zolder werd hoger en was van beton en via de grotere beton-stalramen werd de ventilatie verbeterd en kwam er meer daglicht binnen. Dit was de zogeheten Kai Bouma-pleats, vernoemd naar landbouwingenieur Gerrit Jan (‘Kai’) Bouma (Sneek, 1907-1997) die het type ontwierp. Lang ging zijn stal niet mee omdat vanaf de jaren zestig de ligboxstal zijn intrede deed.Brouwers Stalinrichtingen heeft samen met het Rijks Landbouwconsulentschap voor de Boerderijbouw en het Instituut voor Landbouwbedrijfsgebouwen te Wageningen, een belangrijke rol gespeeld bij de ontwikkeling van de ligboxstal. De mechanisatie en de innovaties, alsmede productiebeperkingen en de aandacht voor het milieu en dierenwelzijn, hebben het beeld van het agrarische landschap in de loop der jaren ingrijpend veranderd.

In een Amerikaanse boerderij staan de koeien als in een Hollandse stal (in Friesland gebouwd door de bekende architect Willem Cornelis de Groot, van wie ook de boerderij waarin het landbouwmuseum is gehuisvest is), met hun hoofden tegenover elkaar. De voergang is in het midden wat het voeren vergemakkelijkt. De boer is er korter mee bezig en hoeft niet vanaf de zolder door de luiken te voeren of over de groep (de groppe) te stappen om de stal op te gaan. In een Amerikaanse boerderij wordt het hooi niet opgeslagen in een hooivak (de golle) maar op zolder onder de toogspanten van een mansardedak. Doormiddel van een hijsbalk aan de achtergevel werd het hooi met behulp van een contragewicht op de zolder getakeld. Voor materieel en paarden werden in een Amerikaanse boerderij aparte schuren gebouwd.

Amerika

Het was de bekende Friese stalinrichter Lammert Brouwers, een boerenzoon uit Minnertsga, die dit boerderijtype hier introduceerde. Hij verbleef van 1911 tot 1919 in Amerika en deed daar nieuwe kennis op. De Amerikaanse boerderij werd een opvallende verschijning in het Friese agrarische landschap. Alleen de rode daken, die helaas verdwijnen uit de hedendaagse bebouwing, komen overeen. 

Er was destijds behoefte aan vernieuwing op het gebied van hygiëne (bestrijding van tuberculose), welzijn en gezondheid van het vee (een goed stalklimaat), brandveiligheid en een efficiënte bedrijfsvoering. De Amerikaanse boerderij was in een aantal opzichten te prefereren boven de Friese boerderijtypen. 

In het boek worden verschillende Amerikaanse boerderij beschreven. Een bekend voorbeeld is Wigledam aan de Oppenhuizerweg in Sneek dat jaren dienst deed als zeilschool.

 

Partners