Het doen van onderzoek leidt soms tot bijzondere inzichten. Zo blijkt uit onderzoek van Nederlandse bodem dat de kwaliteit van gras steeds voorspelbaarder wordt. Uit meer dan duizend grasanalyses is gekomen dat de kwaliteit van ons gras steeds vooruitgaat.
Het onderzoek is onderdeel van een groot praktijkproject, waarin wordt gekeken naar mogelijkheden om methaan en ammoniakgebruik te verminderen. Over een periode van drie jaar werden meer dan twintig melkveebedrijven uit Nederland onder de loep genomen. Hun verbruik werd gemeten in ruweiwitgehalte, de energieparameter VEM, het suikergehalte en celwandgehalte (NDF). De bedrijven die werden geanalyseerd hebben elk een uiteenlopend graslandgebruik.
Uit hypothese blijkt dat gras een uniek groeiproces heeft dat eigenlijk niet te peilen is. De ontwikkeling van gras leek zo divers te zijn, dat er geen rode lijn in te vinden zou zijn. Echt gras zou hierdoor moeilijker te onderhouden zijn dan aangelegde graszoden. Maar onderzoek wees anders uit. Volgens de resultaten is de groei van gras enorm gelijkmatig en zitten er weinig pieken en dalen in. Hierdoor is er zeker wel een duidelijk gemiddelde in cijfers.
De jaargetijden
De belangrijkste reden voor de consistente groei ligt in de seizoenen. Alle seizoenen zijn te onderscheiden in zonlicht en daglengte. Ondanks dat elk de seizoenen elk jaar een andere intensiviteit kennen, zijn de op- en afbouw van het zonlicht en de daglengte hetzelfde. Hierin verschilt het ene jaar niet van het andere jaar. Niet alleen gras reageert op seizoensverandering, maar ook dieren en mensen zijn gevoelig voor het aandeel zonlicht per dag.
Uit het onderzoek komt ook naar voren dat er globaal twee keerpunten zijn in de voederwaarde van vers gras. Het eerste moment is aan het begin van het voorjaar. Tot aan het begin van het voorjaar lijkt het gras minder voedingswaarde te hebben. Vanaf het voorjaar tot aan de herfst is deze waarde consistent. Na ingang van de herfst neemt de voederwaarde van het gras weer toe.
De voederwaarde van het gras lijkt zich asymmetrisch te verhouden tot de temperatuur. Volgens het onderzoek neemt de voederwaarde van gras af bij een toename aan temperatuur. Hoe kouder de temperatuur; hoe verser het gras. Niet alleen de versheid van het gras daalt, ook het suikergehalte van het gras daalt bij hogere temperatuur. Deze ontwikkeling is afwijkend van dat van een aangelegde grasmat.
De verzorging
Nu de invloeden van buitenaf bekend zijn, is het duidelijker hoe hierop kan worden ingespeeld om de versheid van gras gedurende het hele jaar hoog te houden. De conclusie die uit de onderzoeksresultaten getrokken kunnen worden, is dat er bij hogere temperaturen meer behoefte is aan grasonderhoud dan bij koudere temperaturen.
Om de kwaliteit van gras goed te kunnen reguleren, is het zodoende van belang om slim in te spelen op de weersvoorspelling. Dat geldt voor de bijvoeding via krachtvoer en het aandeel snijmais. Maar nog belangrijker noemt de onderzoeker het aanleggen van een passende graskuil (of grasbalen) die aanvullend is/zijn op de te verwachten versgraskwaliteit in de weide.