friesjournaal logo

In mijn laatste column beschreef ik dat de overheden van de ontwikkelde landen in de huidige coronacrisis een, in historisch perspectief, ongeëvenaarde hoeveelheid geld en steunmaatregelen aan bedrijven, werknemers en hun gezinnen ter beschikking stellen. Deze financiële steun wordt gefinancierd door staatsleningen uit te geven met als gevolg dat de staatsschulden van deze landen in een snel tempo oplopen tot duizelingwekkende hoogten. Hun gedrag kan worden bestempeld als: “wie dan leeft, die dan zorgt…”.

Nog veel grotere geldstromen kunnen worden gecreëerd door centrale banken. Centrale Banken zijn namelijk geldscheppende instellingen. Tot aan de kredietcrisis van 2009 was de belangrijkste taak van een centrale bank om door middel van het voeren van monetair beleid de voorwaarden voor economische groei te creëren op een zodanige wijze dat de inflatie beperkt blijft. Om dat te bewerkstelligen hanteren centrale banken de regel dat de groei van de geldhoeveelheid gelijke tred moet houden met de nominale groei van een economie. Het belangrijkste instrument dat zij tot hun beschikking hebben is het variëren van de officiële beleidsrente. Sinds de kredietcrisis is daar evenwel het grootschalig opkopen van staats- en bedrijfsobligaties bijgekomen. Door deze obligaties op te kopen ontvangen de verkopers geld van de centrale bank. Geld dat, althans dat is de hoop, wordt gebruikt om te investeren, goederen en diensten te kopen en op die wijze bij te dragen aan economische groei.

Om de dramatische economische gevolgen van het Covid-19 virus te beperken hebben de centrale banken de geldsluizen de afgelopen maanden steeds verder opengezet. Recentelijk kondigde de ECB aan het obligatie-opkoopprogramma met maar liefst 600 miljard euro te verhogen naar in totaal 1.350 miljard euro. Het stelsel van Amerikaanse centrale banken (FED) gaat zelfs nog een stap verder door geen limiet meer te stellen aan haar opkoopprogramma. Door deze nieuwe steunacties zijn de balansen van centrale banken de laatste maanden fors gestegen. In korte tijd is door de FED  voor 7.800 miljard dollar aan obligaties gekocht hetgeen gelijk is aan 38% van de omvang van de Amerikaanse economie.  Of dit alles in combinatie met staatssteun voldoende is om het tij te keren moet worden afgewacht. Feit is dat de grote hoeveelheden geld slechts beperkt in de reële economie maar vooral in de financiële markten neerslaan, waardoor deze een opvallend sterk herstel laten zien. Een trend waarin voorlopig geen einde aan lijkt te komen. Mede hierdoor wordt de kloof tussen arm en rijk verder vergroot en ligt sociaalmaatschappelijk onrust op de loer.

Pim Baljet

Partners