friesjournaal logo

Thuiswerken is sinds maart 2020 massaal uitgetest en dit leidt tot weinig obstakels. Veel organisaties denken een belangrijke besparing van kantoorwerkplekken te kunnen bewerkstelligen. Het ging immers goed. Het zou dom zijn, om snel conclusies te trekken.

Natuurlijk was thuiswerken anno 2020 ideaal. De timing van de pandemie was wat dat betreft prima: de technologie biedt ons voldoende mogelijkheden om thuis voldoende productief te zijn. Veel mensen hebben aan een laptop voldoende, om hun werk goed te doen.

Toch zou het van weinig inzicht getuigen dat de werkgever gaat bepalen of er wordt thuis gewerkt of niet. Laat de toekomstige medewerkers dit lekker zelf aangeven. Zij kunnen het beste beoordelen wanneer zij het meest productief zijn. Daarnaast zullen randvoorwaarden enorm goed moeten worden overdacht. Leidinggevenden zullen op een andere manier moeten aansturen, beoordelen en faciliteren.

Cushman & Wakefield hebben een van de grootste onderzoeken naar kantoorgebruik sinds de Covid-19-uitbraak uitgevoerd. De meest interessante uitkomst is dat bijna driekwart van de respondenten vindt dat het faciliteren van flexibiliteit en de vrijheid om zelf te bepalen wanneer en waar ze werken, een voorwaarde is van goed werkgeverschap.

Dit betekent dat de functie van het kantoor blijvend zal veranderen. Meer dan een werkplek is het vooral de omgeving waar mensen zich verbinden met de organisatie waarvoor zij werken, de plek waar ze geïnspireerd worden, leren, samenwerken en socializen.

Waar nu nog de Millenial op de werkvloer het meest vertegenwoordigd is, zal de digital native generatie Z – die ervan uitgaat dat alles wat ze aanraken naadloos met elkaar verbonden is – binnenkort het grootste cohort medewerkers zijn in de totale ‘workforce’ van medewerkers van organisaties. Talentvolle medewerkers aantrekken, stimuleren, motiveren en behouden vraagt antwoord op het invullen van verschillende behoeften.

Uiteraard is het binnen veel organisaties technisch mogelijk om ze allemaal thuis te laten werken. Maar dat heeft weinig te maken met het stimuleren van innovatie en creativiteit. Daarvoor is fysieke nabijheid van doorslaggevend belang. 

De toekomstige medewerkers en de generatieopbouw ervan, is de bepalende factor van de kantoorruimte en wat die kantooromgeving wel of niet moet faciliteren. De demografische aardverschuivingen die op handen zijn, in combinatie met de aanhoudende krapte op de arbeidsmarkt, zal de behoefte aan kantoorruimte, kantoorwerkplekken en de functie van het kantoor gaan bepalen. Dat betekent niet direct minder kantoormeters, maar wel een andere invulling ervan.

Kantoorgebruikers zullen de komende vijf jaar op zoek moeten naar duurzame en technische symbiose tussen een optimale kantooromgeving en een optimale thuiswerkplek. Niet de pandemie maar de demografie bepaalt de toekomst van het kantoor.

Partners