friesjournaal logo

Toen wij met Prinsjesdag in Den Haag waren en op tribune D zaten, ergerden wij ons aan het boegeroep op de A-tribune bij het passeren van De Koets. Daar stonden en zaten vertegenwoordigers van misleide boeren, begreep ik, de FDF voorop. Later voegden ze het koninklijk paar het scheldwoord ‘landverraders’  toe. Beatrix moest zich als gast van Thom de Graaf uitrekken om een glimp van Amalia op te vangen.

Mijn vrouw, van goede CHU-komaf, werd er onpasselijk van. Ik, rood van inborst, wat minder. Wij zijn onderhand wel wat scheldwoorden gewend. Maar leuk is anders.

       Bij Johan Remkes kwam de bekering. Ik heb me deerlijk vergist in het gelijk van plattelanders in het algemeen en boeren in het bijzonder. Zij daar in Hilversum, Den Haag en Amsterdam denken altijd dat ze een klasse beter zijn dan wij hier in Garyp, Usselo of Sauwerd. Wij zijn de oorzaak van hún problemen. Als ze een kaartje van stikstofuitstoters maken, zetten ze bij de Volkskrant Friesland op de plek waar Groningen ligt en Groningen over Fryslân heen.  Een leerling die zo’n fout in groep 6 maakt, krijgt strafwerk van een verstandige juf. De redacteur die het kaartje tekende, is nu referendaris, speciaal belast met het ruimen van kippen. 

Wíj dombo’s in de rimboe veroorzaken de klimaatcrisis. Onze boeren maken de stikstofuitstoot. De stedelingen van Jesse Klaver weten wat er anders moet, al doen ze niks aan Tatasteel of wolven en zetten ze AZC’s, uitzet- en aanmeldcentra liefst ver van hun achtertuin. Hun belang moeten wíj dienen, anders worden we opgepakt. 

In Londen werd pas wat aan de vervuiling van de Theems gedaan toen parlementariërs in een nieuw gebouw de gore choleralucht opsnoven. Dat was in 1859, toen The Great Stink van 1858 net was geweest. 

Sindsdien zijn we weinig opgeschoten. De beelden zijn te erg om aan te zien. Toen ze in 1862 ook al een Krimoorlog hadden, loog Tolstoj erop los om te verhullen dat de Russen de strijd verloren. Daar zat de tsaar niet zo erg mee, want die vermaakte zich in zijn Winterpaleis terwijl de soldaten stierven. Zo speelt Poetin tsaartje in Sotzji. De historie is soms verrassend actueel.

       Zij daar, vooral die Jesse, voelen zich beter dan wij hier, Atsma en Siderius. Schaterend maken ze belegen grappen over katholieke geestelijken die zich aan jongetjes vergrijpen, maar over de dure beveiliging op hun eigen erf hoor je géén woord. Welnee, nog even en Verisure behoort tot de sociale voorzieningen waar we allemaal aan meebetalen. Liefst in de Randstad natuurlijk. 

Onze dialecten zijn stom, hun voetbalclubs staan eeuwig aan kop. De mond vol over mensenrechten hebben ze, maar een reisje naar Qatar kan er altijd wel vanaf. En als ze het in de winter goed koud krijgen, jammeren ze net zo lang tot alles op onze kosten wordt gecompenseerd. 

Op onze kosten, ja. We mogen nog blij zijn dat ze grond onder de randgewesten niet zó leegpompen dat overal de huizen scheuren. Liefst waren ze ons kwijt, met onze kromme praat en domme koppen. Nou tabé.   

Partners